Groene Stad

Wij werken aan

  • Duurzame energievoorziening
  • Duurzaam energiegebruik
  • Duurzame mobiliteitsoplossingen

groene stad

Onze opgave

Een stad waar de lucht en het water schoon zijn en waar duurzaam en efficiënt met energie wordt omgegaan. Dat is een stad waar mensen graag wonen, werken en komen. De Groene Stad, getrokken door Amersfoort maakt zich hiervoor sterk.

Door inwoners en ondernemers inzicht te geven in hun energiegebruik worden zij gestimuleerd zelf milieubewuste keuzes te maken. De Groene Stad zet in op slimme toepassingen die milieuvriendelijke oplossingen mogelijk maken.

Nieuw platform laat steden slimmer omgaan met groene energie

Effectiever en efficiënter omgaan met hernieuwbare energie? Een consortium van Europese bedrijven heeft een platform ontwikkeld die daarbij kan helpen. Door de data van duurzame energiebronnen digitaal te koppelen aan de gegevens van de grootste energieafnemers in een stad, verwacht het consortium hernieuwbare energie beter en efficiënter te distribueren aan de hand van de energievraag. Dit levert volgens de bedrijven flinke CO2-reductie en kostenbesparing op.

Matching van de energievragen

Het duurzame energieplatform is opgericht binnen het zogeheten Besos-project, dat financiering ontvangt van de Europese Commissie. Het Besos-project bestaat uit een IT-managementsysteem dat speciaal is ontwikkeld voor zowel beheerders als afnemers van schone energie in de stad. Zo kijkt het systeem naar verschillende energievragen, zoals de stroom die wordt gebruikt voor openbare verlichting, maar ook voor de verwarming van gebouwen en oplaadpunten van elektrische voertuigen.

Flinke besparing

Uit de tests in Lissabon en Barcelona blijkt dat de bestuursorganen van deze steden een CO2-reductie van meer dan 20 procent kunnen behalen en de kosten voor het energieverbruik met 30 procent kunnen terugdringen. Verder kan het open energieplatform de investeringen, die de steden beschikbaar stellen voor de duurzame energietransitie, binnen vier tot vijf jaar terugverdienen.

Wie volgt?

Het consortium ziet kansen om het Besos-systeem ook in andere Europese steden toe te passen. De deelnemende bedrijven verwachten dat het systeem in 2017 het rendement van duurzame energiebronnen kan voorspellen om de energie-infrastructuur in slimme steden verder te optimaliseren. Ook geeft het consortium van Besos aan in 2017 met andere partijen samen te (gaan) werken om het systeem op te schalen. Ben jij daar als stad in geïnteresseerd? Neem dan een kijkje op de site en meld je aan voor de interest group.

Voor dit bericht hebben we gebruik gemaakt van het bericht op de site van duurzaam bedrijfsleven.

Amsterdam Rainproof met IoT toepassing

Amsterdam werkt samen met de community van The Things Network aan een digitaal platform die smart micro-watermanagement in Amsterdam mogelijk maakt. ‘Het Internet of Things (IOT)’ heeft de potentie om lokaal regenwater slim en dynamisch te managen. Bijvoorbeeld met slimme regentonnen, slimme polderdaken of waterdaken en slimme tuinen. Zo beperkt Amsterdam wateroverlast tijdens hoosbuien.

Digitaal platform voor allerlei smart producten

Het digitale platform moet het mogelijk maken om op lokaal niveau regenwater te managen. Informatiestromen uit publiek & privaat domein worden gekoppeld met weersvoorspellingen door een zelflerend systeem dat ook rekening houdt met de context van de stad. Bijvoorbeeld: grondwaterstanden, infiltratiecapaciteit van de ondergrond, geografische spreiding van de waterbuffers, gemengd of gescheiden rioolstelsel en nabijheid van oppervlaktewater. Met de ontwikkeling van het platform kunnen inwoners met een slimme regenton hun regenwater zelf managen, gebouweigenaren een bijdrage leveren aan droge voeten in de stad en projectontwikkelaars zich onderscheiden. Smart-productleveranciers kunnen het platform gebruiken om hun producten op te koppelen.

Vooral ook voor bewoners zelf!

Het belangrijkste uitgangstpunt van de ontwikkeling van het digitale platform is dat eigenaren van een smart regendak of smart regenton zelf bepalen in welke mate data wordt uitgewisseld. Verschillende scenario instellingen die de autonomie van het systeem bepalen – zoals het regenwater volledig zelf managen, in samenwerking met Waternet (tijdens een extreme bui) of volledig automatisch aangestuurt door het platform – zijn denkbaar.

Dit artikel is gebaseerd op een artikel van rainproof.

Europese subsidieronde open voor experimentele projecten in duurzame stedelijke innovatie

De tweede indieningstermijn voor projectvoorstellen voor Urban Innovative Actions (UIA) is nu open! Steden in Europa met minimaal 50.000 inwoners kunnen meedoen aan dit programma van 370 miljoen euro voor innovatieve onderzoeksprojecten. De EC selecteerde drie onderwerpen voor de projecten: duurzame stedelijke mobiliteit, de circulaire economie en de integratie van migranten en vluchtelingen.

Een stad kan per projectvoorstel aanspraak maken op maximaal 5 miljoen euro cofinanciering vanuit het fonds. Nederlandse gemeenten die zich willen aanmelden voor de nieuwe call for proposals kunnen dat doen tot half april 2017 via het programmabureau in Lille, te bereiken via de site. Daar is ook meer informatie te vinden over de terms of Reference, en een meer uitgebreide omschrijving. Geïnteresseerden kunnen zich hier aanmelden voor infosessies (zoals op 7 december in Porto, op 19 januari in Thessaloniki en op 26 januari in Boedapest) en voor webinars (in febuari).

De eerste UIA-call for proposals, van in totaal 80 miljoen euro, trok 378 aanmeldingen van steden uit heel Europa op de onderwerpen energietransitie, stedelijke armoede, werkgelegenheid en vaardigheden in de lokale economie en de integratie van migranten en vluchtelingen. Ook een aantal Nederlandse steden heeft zich aangemeld. 18 projecten zijn goedgekeurd, waarvan 2 uit Nederland (in Utrecht en Rotterdam).

Dit artikel is gebaseerd op een artikel van agenda stad.

Je vind meer informatie op de site van the urban innovative actions initiative.

Wanneer regels verduurzaming in de weg zitten

In het Utrechtse Lombok kan het wel: verduurzaming van de leefruimte door elektrische auto’s, zonnepanelen, woningdelen, stadswarmte. De Amsterdamse binnenstad blijft vooralsnog achter. Hoe komt dat? In de groene Amsterdammer een mooi artikel over hoe bestaande regels de verduurzaming in de weg zit.

“Er wordt vaak gezegd dat de juiste technologie nog moet worden uitgevonden om de omslag naar een duurzaam systeem te kunnen maken, maar daarmee ben ik het volledig oneens’, zegt Marijn Bosman, gemeenteraadslid voor d66. ‘Ja, de technologie wordt ook steeds beter, maar als je alsmaar blijft wachten, gebeurt er nooit iets.” Er zijn fysieke beperkingen, regels, regels en nog eens regels. Van Unesco en Bureau Monumentenzorg, die sponningen voor dubbel glas niet toestaan in de gehele grachtengordel en andere monumentale panden in de binnenstad. Van de Provincie Noord-Holland, die alles uit de kast haalt om te voorkomen dat Amsterdam windmolens plaatst in het Westelijk Haven­gebied. Van de rijksoverheid, die al jaren vasthoudt aan regels die het collectief opwekken van zonne-energie in de Amsterdamse binnenstad nagenoeg onmogelijk maken. Of Europa. En dan is er nog de netbeheerder, die zich prima voelt bij de huidige situatie van centrale en overzichtelijke macht en uitvoering en weinig ambitie heeft om mee te werken aan veranderingen.”

Op deze manier zitten parkeernormen, regels over kartelvorming en behoud van heersende belangen de gewenste samenwerking op het gebied van bijvoorbeeld cargohubs, warmte-koude opslag, elektrisch vervoer over water en slim parkeren nog in de weg. In het artikel wordt goed uiteengezet welke kansen zo worden gemist.

De Utrechtse wijk Lombok wordt genoemd als lichtend voorbeeld van hoe het wel kan. De gemeente, netbeheerder Stedin, Renault, General Electric en een aantal andere partners werken hier samen aan het baanbrekende concept We Drive Solar. Het initiatief in Lombok vloeit voort uit het project ‘Smart Grid: rendement voor iedereen’ waarin bedrijven, kennisinstellingen en 200 huishoudens in Utrecht en Amersfoort nieuwe smartgriddiensten ontwikkelen.

Ik hoop nog op een goede analyse over waarom het in Utrecht op deze manier wel van de grond komt en wat dan precies het verschil is met Amsterdam. Weet jij het? Reageer vooral!

Digitaal energieadvies op maat voor Stedendriehoek Deventer-Zutphen-Apeldoorn

Advies over de beste energiebesparende maatregelen voor uw woning. Zien wat de verwachte kosten en opbrengsten zijn van maatregelen zoals zonnepanelen en isolatie. Mogelijkheden voor subsidies vinden en gemakkelijk offertes opvragen bij lokale vakbedrijven. Vanaf 12 oktober kan dat via www.regionaalenergieloket.nl/stedendriehoek.

De website maakt gebruik van een landelijke database waarin veel gegevens van woningen bekend zijn. Woningeigenaren geven hun postcode en huisnummer op en krijgen vervolgens advies op maat over energiebesparende maatregelen en subsidiemogelijkheden. Denk daarbij aan isolatie, HR++ glas, zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen. Op het energieloket kunnen inwoners ook eenvoudig offertes opvragen bij (lokale) vakbedrijven. Via een reviewsysteem is direct te zien hoe andere woningeigenaren deze bedrijven beoordeelden. Lokale initiatieven van inwoners om energie te besparen zijn er ook te vinden.

In de komende maanden ontwikkelt de stedendriehoek het energieloket verder en worden er verschillende groepsaankopen georganiseerd voor isolatie en zonnepanelen.

Voor meer info: zie https://regionaalenergieloket.nl/stedendriehoek

 

Blog: GoOV en andere innovaties in het Openbaar Vervoer

Deze week werden we gewezen op GoOV, een mooie maatschappelijke innovatie in het OV.  Mensen die moeite hebben met zelfstandig reizen kunnen nu zelf reizen, met behulp van persoonlijke en digitale begeleiding tijdens de reis vanuit GoOV en de zogenaamde Buzz Budy. Tegelijkertijd kwam een rapport uit van het KiM (Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid) over innovatie in het Openbaar Vervoer. Daarmee vroeg ik me af hoe innovatief en digitaal deze vervoersector eigenlijk is? En welke innovaties zijn voor onze steden van belang?

Dynamische reisbegeleidingsdienst GoOV

Eerst even over GoOV. GoOV is de eerste dynamische reisbegeleidingsdienst voor het OV in Nederland, die rekening houdt met de actuele reislocatie en relevante reisinformatie op de route. GoOV begeleidt de reiziger van deur tot deur; op de looproute tot in het openbaar vervoer en vervolgens naar de eindbestemming. GoOV is een ‘slimme tomtom’ die de reiziger op de juiste momenten reisinstructies aanreikt, reisafwijkingen signaleert en alternatieve reisroutes adviseert. Het leuke is dat GoOV deze app combineert met een hulplijn, waardoor ook live contact mogelijk is bij vragen of als er iets anders loopt dan verwacht. In Arnhem wordt GoOV en de Buzz Budy ingezet in samenwerking met vervoermaatschappij Breng en ook in Utrecht loopt een project met GoOV. De gemeente Utrecht ziet het als een project om het collectief vervoer tot minimaal 65% af te bouwen. Informatiebijeenkomsten leveren enthousiaste ouders (dus klanten) op die het helemaal zien zitten voor hun kind. De reishulp ontzorgt deze ouders van jongeren voor wie dit betekent dat ze geen lange reizen meer met collectief vervoer hoeven te maken, maar zelf naar hun werk of daginvulling kunnen.

De rol van open data bij innovatie in Openbaar Vervoer

Deze innovatie is tot stand gekomen doordat realtime reisinformatie gedeeld wordt en beschikbaar is gekomen voor private partijen. Een enorme vooruitgang, omdat vervoermaatschappijen en andere partijen allerlei service kunnen aanbieden met behulp van deze informatie. Na een lezing van door Prof. dr. Piyushimita Thakuriah (Universiteit van Glasgow) over big data en urban informatics, ben ik ervan overtuigd dat het ook van belang is dat andere vervoerdata vrij gaat komen vanuit de vervoerders. Daar worden in Nederland wel afspraken over gemaakt, maar vaak krijgen overheden alleen geaggregeerde  cijfers. Een analyse van een grote hoeveelheid vervoerdata in Chigago – hoe reizen mensen in het OV, van waar naar waar en wanneer? En welke relaties heeft dat met inkomen, geografie, tijd van de dag, de week en het jaar? – laat zien dat er veel meer inzicht ontstaat in vervoerpatronen en mobiliteitsbehoefte. In Amerika koopt de overheid de data overigens van de private vervoerbedrijven. Met die informatie kun je het OV aanpassen en effectiever beleid voeren. En het zorgt denk ik op haar beurt weer voor allerlei innovaties die de reistijd en reistijdbeleving kunnen verbeteren. Op naar betere open / big data afspraken in het OV in alle Nederlandse concessies zou ik bepleiten (met aandacht voor privacy, maar dat kan, ook in Amerika lukt dat aardig).

Belangrijke innovaties in het OV voor steden

Dan nog over andere innovaties in het OV. Grote ontwikkelingen vinden plaats op het gebied van vraaggericht OV. Met behulp van allerlei data en info vanuit de reiziger kunnen ad hoc routes gepland worden en wordt OV effectiever ingezet in minder drukke gebieden van Nederland. Daarnaast zijn er allerlei technische innovaties, die bijvoorbeeld zorgen voor schonere voertuigen. De meer technische innovaties in de infrastructuur ontwikkelen zich veel langzamer en soms gewoon niet, vanwege de lange tijd die het duurt om ons huidige systeem te veranderen (denk aan hyperloop achtige systemen). Heel onduidelijk is nog de impact van de zelfrijdende auto daaraan gerelateerde innovaties. Zorgt dat voor minder vraag naar OV, of biedt het nieuwe kansen?

Het KiM sluit af met o.a. de volgende conclusie: “Meer marktinitiatief en deregulering biedt mogelijk op langere termijn voordelen ten opzichte van monopolies, overheidsplanning of aanbestede concessies vanwege het voordeel van meer ondernemerschap en betere marketing die direct op de reiziger is gericht en niet op de politiek.” Daarom wil ik afsluiten met de volgende overpeinzing: kan meer markt en concurrentie in het OV inderdaad zorgen voor meer innovatie en daarmee een beter maatschappelijk product? GoOV is er misschien wel een voorbeeld van.

 

 

 

Climathon 2016 – Den Haag in het teken van afval neutraal

De gemeente Den Haag organiseert in partnership met Climate-KIC een 24-uurs Grondstoffen Event op 28 oktober 2016. Hagenaars zijn uitgenodigd hieraan mee te doen en kunnen zich vanaf nu opgeven.

Wereldwijde klimaat hackaton

Deze hackaton is onderdeel van het wereldwijde event climathon van de Climate-KIC. De Climathon is een 24-uurs evenement in 121 steden over de hele wereld. Op 28 oktober 2016 gaat in elke stad een groep inwoners aan de slag met klimaatuitdagingen van hun eigen stad. Binnen 24 uur komen de deelnemende inwoners met oplossingen om de uitdagingen het hoofd te bieden. Een jury beoordeelt de haalbaarheid van de oplossingen. Zijn oplossingen haalbaar, dan wordt in overleg met de betreffende gemeente, bekeken in hoeverre de inwoners zelf de innovatieve oplossing(en) in praktijk kunnen brengen.

Bewoners betrekken bij klimaatuitdagingen

Voor Den Haag is de Climathon een uitgelezen kans om inwoners nog meer te betrekken bij haar klimaatuitdagingen. Den Haag is bezig om samen met de inwoners zogeheten ‘cyclifiers’ te bedenken voor het opnieuw gebruiken van grondstoffen. Zo moet Den Haag afval neutraal worden: afval blijft in de stad, het gaat niet meer de stad uit. Inwoners hebben bijvoorbeeld de volgende oplossingen bedacht: pallets gebruiken als plantenbak, op koffiedik oesterzwammen kweken, soep maken van weggegooide groente, zeep maken van sinaasappelschillen. Maar er is nog zoveel meer te bedenken. Een voordeel om het samen met Climate-KIC te doen, is dat Den Haag straks toegang heeft tot een wereldwijde ideeënbank. Andere gemeenten komen ook met oplossingen die binnen Den Haag goed kunnen werken en andersom kunnen zij met de oplossingen van Den Haag aan de slag.

Hagenaars kunnen zich voor 30 september opgeven via de website climathon.climate-kic.org. Rond de 20 inwoners, ondernemers, dienstverleners, wetenschappers, studenten, etc. kunnen meedoen aan de Climathon.

Dit bericht is een samenvatting van het bericht “Hagenaars verdienen geld met duurzame verwerking grondstoffen

 

Project City-zen: Amsterdam zet in op duurzaamheid met subsidie en energiecoaches

Bluetooth-zenders voor ov-reizigers in Amsterdam

De Amsterdamse binnenstad wordt als proef te voorzien van beacons waarbij de gemeente hoopt dat het app-ontwikkelaars trekt om de mogelijkheden te onderzoeken. Via bluetooth low-energy sturen de beacons signalen de wereld in en een smartphone die bluetooth aan heeft staan kan die signalen interpreteren als een daarvoor bestemde applicatie openstaat.

Dit bericht is een samenvatting van interview met Ron van der Lans op Tweakersnet. Kijk daar voor het hele interview, met o.a. meer informatie over de samenwerking met de markt, andere mogelijke toepassingen en privacy.

Realtime reisinformatie

Het doel van het project is om het makkelijk te maken voor gebruikers van het ov om te weten of ze wel in de juiste bus zitten of de juiste tram. Ook moet het plannen van een rit makkelijker worden, omdat de informatie die nodig is, realtime beschikbaar is. De combinatie tussen de open data die de gemeente Amsterdam al beschikbaar stelt met betrekking tot openbaar vervoer en de informatie rond de plaatsing van de beacons, moet voor een applicatie voldoende zijn om relevante informatie te kunnen geven aan reizigers.

Samenwerken met marktpartijen

De gemeente wil daar geen eigen apps voor bouwen omdat dit volgens de gemeente geen taak van de overheid is, maar iets voor de markt. “Wij zorgen dat de infrastructuur er is om beter door die stad te navigeren”, zegt Van der Lans. “Dat doen we onder andere samen met het GVB, JCDecaux en Google. Zo konden we een start maken met een open beacon-netwerk dat benaderbaar is via een open directory zodat app-ontwikkelaars weten waar die beacons hangen.”

Andere toepassingen met de beacons

De gemeente hoopt dat er naast ov-apps ook andere apps bedacht worden die met de beacons werken, zoals het helpen ontdekken van bezienswaardigheden. “Dan kun je denken aan een app die toeristen die in de buurt van een betaalautomaat komen, uitleg geeft over hoe het apparaat werkt. Of over hoe je een kaartje kunt kopen op een station.”

 

 

 

Evaluatie Green Deal aanpak: “verbinding bottom-up initiatieven met Rijk en Regio een succes”

De Green Deal aanpak van het kabinet is een succes. “Green Deals jagen economische groei aan, leiden tot energiebesparing en tot een toename van het gebruik van hernieuwbare energie en dragen bij aan een schoner milieu.” Dat wordt geconcludeerd in  de evaluatie die op 20 juni door minister Kamp van Economische Zaken (EZ) mede namens minister Blok voor Wonen en Rijksdienst (WR) en staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu (IenM) aan de Kamer is gestuurd.

Vernieuwende aanpak verbindt bottom-up initiatieven met rijk en regio

De green deal aanpak is vernieuwend en succesvol. De green deals zorgen voor een effectieve samenwerking Rijk en regio: “Met de Green Deals worden convenanten als beleidsinstrument toegankelijker gemaakt en systematisch ingezet om een groot aantal bottom-up initiatieven te ondersteunen. Op verschillende thema’s is de afstand tussen het Rijk en initiatiefnemers in de samenleving daardoor verkleind, aldus de evaluatie. De echt “groene impact” vindt deels wel plaats, maar kan groter zijn; daarvoor is verdere opschaling en experimenteerruimte nodig (zie voorstel voortzetting, aanscherping en opschaling green deal aanpak).

Navolging in Health Deals, City Deals en Retail Deals

De Green Deal aanpak heeft inmiddels navolging gekregen in de zorg (Health Deals), bij de versterking van de economische positie van steden (City Deals) en bij het ontwikkelen van winkelgebieden (Retail Deals). Ook vanuit Europa is volop interesse voor deze aanpak waarbij de Rijksoverheid duurzame initiatieven faciliteert en partijen actief bij elkaar brengt.

Ondanks het succes moeten nieuwe green deals op gebied van energie in de toekomst op eigen benen staan, zo blijkt uit de brief van Kamp. Vanaf 2012 tot en met 2015 kregen 54 green deals op gebied van energie ongeveer 44 miljoen euro van het kabinet voor ondersteuning van business cases. Voor dit jaar is hiervoor nog 16,3 miljoen euro aan budget beschikbaar, maar vanaf 2017 is geen budget meer voorzien voor dit doeleinde, aldus Kamp. Dat lijkt in strijd met zijn plan om green deals te professionaliseren, waarover hij een concreet plan van aanpak belooft.

Nijmegen wint Green Capital Award 2018

Nijmegen is in 2018 de Groene Hoofdstad van Europa. De stad mag zich in dat jaar de groenste stad van Europa noemen. ‘Dit is te danken aan een grote enthousiaste groep groene doeners die ervoor zorgden dat onze stad steeds duurzamer wordt. Zij bewijzen dat een betere wereld bij jezelf begint.’ Aldus burgemeester Bruls. Het is de derde keer dat Nijmegen probeerde de prijs in de wacht te slepen, nu dus met succes!

Stad loopt met milieuvriendelijk beleid

Stockholm, Hamburg, Vitoria-Gasteiz, Nantes, Kopenhagen, Bristol, Ljubljana en Essen kregen al eerder de prestigieuze titel. De titel is bedoeld voor een stad die voorop loopt met milieuvriendelijk beleid, zoals duurzame energie, groene economie, duurzaam openbaar vervoer en fietsvervoer, duurzaam afvalbeheer en duurzaam waterbeheer.

Groene initiatieven

Bij de presentatie voor de Green Capital Award 2017, afgelopen jaar zijn een aantal filmpjes gemaakt over groene initiatieven uit de stad:

Zie het volledige artikel van de inzending hier en het bericht over het winnen van de titel hier

MRA zoekt steden voor Urban Learning op gebied van energieplanning

MRA zoekt inner circle cities

Voor het Europese project Urban Learning zijn Zaanstad en Amsterdam op zoek naar inner circle cities. Wil je meedoen? Lees hieronder meer over het project en wat het betekent om samen te werken als inner circle city op het gebied van energieplanning.

Kennis uitwisselen over energieplanning

Zaanstad en Amsterdam willen met Urban Learning in het bijzonder bestaande lessen over energieplanning breder verspreiden in het eigen apparaat en zoveel mogelijk leren van elkaar en van andere overheden. Beide willen Urban Learning ook met nadruk gebruiken om meters te maken met energieplanning in de actuele ontwikkeling van gebieden.

Met het project willen we in een aantal casus in de praktijk laten zien wat nodig is om energie de plaats te geven die het verdient in stedelijke ontwikkelingsprocessen en daaruit te leren lessen met zoveel mogelijk geïnteresseerden en betrokkenen te delen.

Wie kan meedoen?

We zijn op zoek naar MRA gemeenten die willen meedoen aan Urban Learning. Het doel is een praktische uitwisseling tussen gemeenten van hun kennis en ervaring. Het gaat om energievoorziening in de gebouwde omgeving: hoe kunnen we die al in de ruimtelijke planning een prominentere rol geven?

In Zaanstad en Amsterdam zijn de betrokkenen:
– stedenbouwkundigen
– vakspecialisten op gebied van duurzaamheid, energie, afval, mobiliteit
– medewerkers Grondzaken die mede de voorwaarden voor gronduitgifte bepalen.

Denk aan de afdelingen:
– ruimtelijke ordening
– duurzaamheid
– grondzaken
– energie en milieu.

Ook anderen kunnen meedoen: belangrijk is dat het gaat om mensen die in de praktijk betrokken zijn. In totaal zullen we ongeveer drie bijeenkomsten organiseren waarop actief kennis gedeeld kan worden.

Geinteresseerd? of meer info? Neem contact op met Marije of met Saskia Muller (projectleider Urban Learning)

Aftrap energiedialoog op 7 april

Op 7 april 2016 organiseert het ministerie van Economische Zaken de landelijke aftrap van de Energiedialoog 2050. Deze aftrap vindt plaats op drie locaties in het land: Rotterdam, Leeuwarden en Eindhoven. Vragen, uitdagingen en dilemma’s rond energietransitie staan deze dag centraal.

Energiedialoog: wat en waarom?

Eind 2015 presenteerde minister Kamp het Energierapport 2015. In dit rapport geeft het kabinet een integrale visie op de toekomstige energievoorziening in Nederland. Daarin is een dialoog aangekondigd als eerste stap in deze transitie. “Alle inwoners van Nederland krijgen de komende jaren met de transitie naar duurzame energie te maken: ons huis zal in de toekomst op een andere manier worden verwarmd, we zullen ons op een andere manier vervoeren en het landschap zal door de komst van bijvoorbeeld zonne- en windmolenparken veranderen. In de energiedialoog worden daarom alle Nederlanders uitgenodigd om mee te denken over de eigen energievoorziening en onze toekomstige energie in Nederland.” In deze kamerbrief is beschreven hoe de dialoog in het voorjaar van 2016 vorm krijgt.

Het ministerie gebruikt de resultaten uit de Energiedialoog voor het bepalen van het nieuwe energiebeleid ‘Op weg naar een Energie Duurzaam Nederland in 2050’ (najaar 2016).

Verschillende steden en thema’s

De aftrap van de dialoog vindt plaats in drie verschillende steden. In iedere stad gaat het over een ander onderwerp: vervoer, de warmtevoorziening van woningen en de industrie en het belang van innovatie voor het realiseren van de energietransitie.

Rotterdam: thema’s proceswarmte voor de industrie, warmte voor de wijk

  • Hoe blijven we internationaal concurrerend als we tegelijk CO2-arm willen opereren?
  • Industrie: vernieuwen of verkleinen?
  • Kan klimaatneutraliteit een concurrentievoordeel zijn?
  • Kan heel Rotterdam met restwarmte van de industrie verwarmd worden?

Eindhoven: thema’s Vervoer en Kracht & Licht

  • Hoe ziet een duurzaam vervoerssysteem er in uw regio uit?
  • Welke energiebronnen spelen een rol? En wat kunnen we met bestaande infrastructuur daarvoor?
  • Kan elektriciteitsproductie volledig duurzaam? Of zijn er ook andere opties?
  • Hoe flexibel kan het gebruik van elektriciteit worden? Moeten we blijven salderen?

Leeuwarden: thema Warmte in de gebouwde omgeving

  • Wat betekent het om in een gasloze wijk te wonen
  • Hoeveel energie willen we met zijn allen nog besparen?
  • Wordt warmte in de gebouwde omgeving een collectieve voorziening?

Wil je deelnemen? Meld je aan via RVO

Zie de volledige artikelen op:

www.rvo.nl
www.rijksoverheid.nl

Tijdelijke groene zelfvoorzienende samenleving op de kop van Java eiland Amsterdam

In het kader van het Nederlands voorzitterschap van de EU verrijst vanaf 14 april de “fabcity” op de kop van Java eiland, Amsterdam. Het project is een zoektocht naar de toekomstige stad en de rol hierin van stedelingen. Hoe moet de stad er in 2040 uitzien? Wat gebeurt er in een FabLab? Is het zo mogelijk een volledig zelfvoorzienende samenleving te creëren?

Zelfvoorzienende minimaatschappij

Het idee van de Campus op de Kop van Java is een volledig zelfvoorzienende minisamenleving, off the grid, met de ambitie een gezamenlijke zoektocht aan te gaan naar de toekomst van stedelijk leven. FabCity bestaat uit zo’n vijftig innovatieve paviljoens, installaties en prototypes.

De Campus neemt hiermee afscheid van de oude systemen van de stad en gaat op zoek naar nieuwe verbanden: duurzaam, circulair en autonoom. De deelnemers wekken hun eigen energie op, het drinkwater komt direct uit het IJ, melk en eieren komen van de koeien en kippen op de Kop Java en het voedsel komt rechtsreeks van de boeren uit de regio.

Schermafbeelding 2016-03-29 om 13.20.09

*Klik op de foto voor een vergrote weergave van de thema’s.

Smart citizens

Een van de ideeën achter FabLab is het faciliteren van smart citizens. Capaciteiten om dingen te maken moeten zich vanuit deze gedachte bevinden in de maatschappij zelf, en niet voorbehouden zijn aan grote bedrijven. Dat is transparanter en democratischer, en daarom ook veel toegankelijker voor de gewone stedeling. Met de open source constructie zou in principe iedereen in zijn eigen tuin een steentje bij moeten kunnen dragen aan het verbeteren van onze consumptieprocessen. Meer dan om een smart city, die van bovenaf voor ons wordt geregeld, gaat het dus om smart citizens: top down en bottom-up in balans. Vanuit deze filosofie kunnen lokale stedelijke vraagstukken op een passende manier worden opgelost door de betrokkenen zelf, met de hulp van het globale netwerk.

Vierhonderd jonge studenten, professionals en kunstenaars zullen gedurende elf weken op een creatieve manier samen leven en werken, op zoek naar creatieve oplossingen. Hun bevindingen zullen worden opgenomen en gepresenteerd in de programmering van Europe by People.

Zie de volledige artikelen op:

Stedenintransitie.nl

 

Mechelen publiceert als eerste Europese stad een live dashboard voor klimaatbeleid

Inwoners van de Vlaamse stad Mechelen kunnen sinds kort ‘live’ volgen hoe de stad presteert met het klimaatbeleid. Op de site worden de laatste gegevens van de regio gepubliceerd. Mechelen heeft als doel om in 2020 de Co2-uitstoot met 20 procent te hebben verlaagd ten opzichte van 2011.

Een live dashboard: transparantie en motivatie

“Wij willen dat elke Mechelaar het verhaal achter de cijfers kan volgen”, zegt Marina De Bie. “Onze stadsgenoten mogen op elk moment weten hoe ver we staan.” Dus gaf het stadsbestuur de opdracht aan Futureproofed, die de eerste twee metingen al voor zijn rekening nam, om een bijna live medium te ontwerpen.

Bekijk hier het dashboard. Naast de min of meer actuele data, is er vooral veel te vinden over hoe CO2 wordt uitgestoten. Zo valt te zien dat sommige wijken duidelijk meer gas en elektriciteit verbruiken. Het gaat het volgens de stad om een Europese primeur.

Een cruciaal voordeel van de metingen is dat ze motiverend werken: “We merken dat wanneer mensen het energieverbruik in hun huis van dichtbij volgen. Daar bestaan instrumenten voor. Dan gaan ze ineens kritischer omspringen met hun verbruik en sneller oplossingen zoeken die op termijn minder kosten. Bijvoorbeeld ouderwetse toestellen vervangen. Die motivatie is nog groter als ze kunnen vergelijken met wat de buren of mensen elders verbruiken. Precies hetzelfde effect kun je volgens ons ook op grotere schaal bereiken.”

Nederlandse ambities en dashboards voor klimaat

Op de site van waarstaatjegemeente.nl is inmiddels met behulp van input van alle Nederlandse gemeenten wel mooi te zien en te vergelijken hoe gemeenten het doen op het gebied van energie (over de mate van ambitie en het resultaat).

Naar aanleiding van het klimaatakkoord van Parijs heeft het KpVV een dashboard opgezet voor CO2 uitstoot en duurzame mobiliteit.

Waarstaatjegemeente.nl is een leuk voorbeeld waarbij open databestanden worden toegepast. Hebben jullie andere voorbeelden van apps of websites waar slim gebruik wordt gemaakt van open data? Deel die dan met ons!

Bron: Ademloos.be en de groene courant

Energierapport – Transitie naar duurzaam

In het Energierapport 2015 (publicatiedatum 18-01-16) geeft het kabinet een integrale visie op de toekomstige energievoorziening in Nederland. Het Energierapport richt zich op de periode na het Energieakkoord, de periode tot 2050.

Middels dit rapport nodigt het kabinet burgers, bedrijven, kennisinstellingen, andere overheden en maatschappelijke organisaties uit om in 2016 deel te nemen aan een maatschappelijke dialoog.

Energievoorziening in Nederland

Dit Energierapport geeft een integrale visie op de toekomstige energievoorziening van Nederland. Het kabinet stelt voor de transitie naar duurzame energie drie uitgangspunten centraal:

  1. Aansturen op CO2-reductie
  2. Verzilveren van de economische kansen die de energietransitie biedt
  3. Integreren van energie in het ruimtelijk beleid.

Download het volledige Energierapport

Sentiment Nederlanders

Motivaction heeft in opdracht van het Ministerie EZ een publieksonderzoek gedaan naar draagvlak voor verduurzaming van energie in Nederland. Dit publieksonderzoek is een aanvulling op het Energierapport en geeft goed inzicht in het sentiment van Nederlanders op dit gebied.

Driekwart van de Nederlanders staat (zeer) positief tegenover het stimuleren van duurzame energie in Nederland en bijna hetzelfde percentage ziet klimaatverandering als groot probleem. Maar Nederlanders blijken het feitelijk aandeel duurzame energie in het totale Nederlandse energiegebruik zwaar te overschatten.

Download de volledige factsheet

Rol van digitalisering in de energietransitie

Om de transitie te laten slagen zijn op veel terreinen innovatieve oplossingen nodig, voor zowel bestaande als nieuwe bedrijven, aldus het rapport.

Wij denken dat ook digitalisering hierin een belangrijke rol kan spelen: slimmer meten en monitoren van gebruik, het aanleggen van smart grids, proeftuinen, de rol van IoT. We lezen er nog weinig over in het rapport.

Concrete voorbeelden hiervan zijn onder andere nieuwe businessmodellen en proposities en de toepassing van intelligentie in de energienetten. Energie Nederland noemt het steeds belangrijker worden van digitalisering expliciet in de energietransitie in haar reactie op het RLI-advies energietransitie 2050. Duitsland is een van de landen die de rol van digitalisering in de energietransitie in haar beleid wel expliciet duidt.

Aan ons de uitdaging om de rol van digitalisering in de energietransitie in Nederland zichtbaar en concreet te maken.

Regionaal warmtenet in metropoolregio Amsterdam

Het Ministerie van Economische Zaken, provincie Noord-Holland, provincie Zuid-Holland en andere partijen hebben een Green Deal ondertekend voor de metropoolregio Amsterdam. Hier komt een groot regionaal warmenet voor het verduurzamen van woningen, van IJmuiden tot Almere en van Purmerend tot Aalsmeer.

Klimaatdoelstellingen

Een half miljoen woningen kunnen effeciënt en duurzaam verwarmd worden met industriële restwarmte. Daarmee gaat de regio Amsterdam de verspilling van warmte te lijf en wordt een substantiële bijdrage aan de klimaatdoelstellingen van het Rijk geleverd. Het ministerie levert een financiële bijdrage van 330.000 euro aan het programma Warmte en Koude in de Metropoolregio Amsterdam (MRA).

Green deal

In deze Green Deal krijgt de consument van warmte een centrale plaats. Huishoudens willen meer keuzen tussen contracten. Denk aan verschuiving tussen vastrecht en warmtekosten, een vast bedrag per maand of een keuzemogelijkheid van 100% duurzame warmte. Er wordt gekeken of er binnen de wetgeving experimenten mogelijk zijn, bijvoorbeeld door met andere tarieven te werken. Afgesproken wordt om samen met consumenten en woningbouwcorporaties te gaan kijken hoe warmte voor de consument aantrekkelijker kan worden.

Meer weten?

Om een breder publiek te informeren over de plannen van warmte in de Metropoolregio Amsterdam is ook een boekje ´Warmte is cool´, animatiefilm en website gemaakt: Warmte is cool. Hier is ook het rapport van CE Delft en de Green Deal te vinden.

Voortgang E-waste race

Het is inmiddels ruim een jaar geleden dat de eerste succesvolle pilot van de E-waste race met ondersteuning van de DSA werd georganiseerd. Er zijn sindsdien in meer dan tien steden en regio’s al succesvolle races georganiseerd. Daarbij zijn in totaal 123.908 apparaten ingezameld. Gemiddeld wordt er per race ruim 11.500 kg kapotte kleine huishoudelijke apparaten opgehaald. Bekijk het complete overzicht op www.ewasterace.nl/resultaten.

De E-waste race gaat aan het begin van het nieuwe schooljaar 2015-2016 weer van start in een aantal gemeenten, namelijk Amersfoort, Utrecht, Amsterdam en Groningen. De komende races lopen tussen 21 september en 30 oktober.

Bewustwording

Tijdens een E-waste race nemen tien basisscholen het tegen elkaar op om zoveel mogelijk elektronisch afval in te zamelen. De school die in vier weken de meeste kleine kapotte elektronische apparaten (ook wel e-waste genoemd) inzamelt, wint een schoolreis! Zo zijn er al schoolreisjes geweest naar NEMO, de Tesla fabriek, de Ontdekfabriek in Eindhoven en Universiteitsmuseum Utrecht.

Door deel te nemen aan de E-waste race zetten de leerlingen zich in voor het milieu. Ze zorgen dat schadelijke stoffen niet in het milieu terechtkomen en dat er minder grondstoffen uit de aarde hoeven te worden gehaald. De leerlingen leren met de E-waste race op een leuke manier over de afvalproblematiek die schuil gaat achter onze elektronische apparaten.

Help mee!

Op de website www.ewasterace.nl kun je gemakkelijk vanuit huis je oude kleine elektronica aanbieden om opgehaald te laten worden. Leerlingen verdienen punten wanneer ze deze apparaten komen ophalen. Dit niet alleen om die felbegeerde schoolreis te kunnen winnen, maar ook omdat geleerd wordt hoe belangrijk het recyclen is. Zo maakt de E-waste race recyclen leuk en gemakkelijk!

Meer informatie en aanmelden kan via www.ewasterace.nl

Warmte-koude opslagsystemen optimaliseren

In Utrecht slaan kennisinstellingen, bedrijven, de gemeente en de provincie Utrecht de handen ineen om op een wereldwijd unieke manier de prestaties van warmte- en koudeopslagsystemen te verbeteren. In drie verschillende gebieden wordt ondergronds een driedimensionaal glasvezelnetwerk aangebracht dat door de seizoenen heen de temperaturen in de bodem meet. Hiermee wordt voor het eerst duidelijk hoe bij WKO-systemen de energiebalans in de bodem zich door de seizoenen heen ontwikkelt en hoe het bodemenergiepotentieel per gebied optimaal kan worden benut.

De techniek

Beoogde resultaten

Om de ondergrondse bodemmonitoring op het Kantorenpark Rijnsweerd, het Utrecht Science Park en in het stationsgebied Utrecht CS mogelijk te maken heeft het Utrecht Sustainability Institute het onderzoeksproject FOME-BES opgezet (fibre optic monitoring van de ondergrondse energiebalans van bodemenergiesystemen). Dit project bundelt kennis van Utrechtse onderzoekers van Deltares en de Universiteit Utrecht en koppelt deze aan duurzaamheidsopgaven in de regio Utrecht. Zo streeft de gemeente Utrecht naar een energieneutrale stad in 2030 en daarbij kunnen goed functionerende WKO’s veel betekenen. WKO’s kennen echter wat knelpunten: vooraf is niet bekend hoeveel warmte en koude beschikbaar is in de ondergrond, en als de WKO’s in bedrijf zijn ontbreekt zicht op hoe de koude- en warmtebellen zich in de loop der tijd ontwikkelen. Ondergrondse bodemmonitoring met glasvezel breekt deze black box open en biedt dit inzicht wél: bovengronds ontstaat letterlijk een 3D-beeld van hoe de energiebalans zich ondergronds ontwikkelt. De grondsoorten in Nederland kunnen flink verschillen. Daarom vergelijkt het project de situatie bij WKO-systemen in Utrecht met die in Delft en Eindhoven.

Kijk voor meer info op de website van het project!

Het wegdek als zonnepanneel: SolaRoad

Vorig jaar november werden de eerste 100 meter SolaRoad opgeleverd; een fietspad met geïntegreerde zonnepanelen. Nu, een goed half jaar later, zijn de eerste resultaten gepresenteerd en die zijn boven verwachting hoog!

Pilot

SolaRoad is een proeftracé van ongeveer 70 meter en bestaat uit betonnen modules van 2,5 bij 3,5 meter. In één rijrichting zijn zonnecellen aangebracht onder een geharde glazen toplaag van ongeveer 1 cm dikte, met een stroeve, transparante coating. De andere weghelft heeft geen zonnecellen en wordt gebruikt om verschillende coatings te testen. De zonnestroom uit de weg wordt geleverd aan het elektriciteitsnet en kan toegepast worden voor bijvoorbeeld wegverlichting, verkeersinstallaties, huishoudens en (op termijn) elektrische auto’s die er overheen rijden.

SolaRoad heeft een driejarige pilotfase. Gedurende deze periode worden diverse metingen en tests uitgevoerd, om onder meer kinderziektes en duurzaamheid van de materialen te kunnen testen.

Energie

Sten de Wit, woordvoerder SolaRoad: “We hadden niet gedacht dat het fietspad al zo snel zoveel zou opleveren. Het fietspad ging een half jaar geleden open en heeft meer dan 3000 kWh opgewekt. Hiermee kan een eenpersoonshuishouden voor een jaar van elektriciteit worden voorzien of kan een elektrische scooter 2,5 keer de wereld rond. Als we dit vertalen naar een jaaropbrengst, dan komen we boven de 70 kWh per m2 per jaar uit die we in de laboratoriumfase als bovengrens hadden voorspeld. We kunnen dan ook spreken van een succesvol eerste halfjaar.” SolaRoad is ontwikkeld door TNO, de provincie Noord-Holland, Ooms Civiel en Imtech.

Grote belangstelling

Sinds de opening in november 2014 door gedeputeerde Post en minister Kamp is er veel nationale en internationale interesse in SolaRoad. Inmiddels worden met andere provincies gesprekken gevoerd over vervolgpilots. Ook heeft de provincie Noord-Holland een samenwerkingsovereenkomst getekend met de Amerikaanse staat California, waarin SolaRoad is opgenomen. Deze bijzondere, typisch Nederlandse innovatie is een goed voorbeeld van een succesvolle publiek-private samenwerking waarmee we ons land internationaal op de kaart van duurzaamheid en innovatie weten te zetten!

Handhaving milieuzone Utrecht van start

In 2013 stemde de gemeenteraad van Utrecht in met het plan om een milieuzone in te stellen. Binnen dit gebied mogen bepaalde auto’s niet meer komen, met als doel de lucht schoner te maken. Een dergelijk verbod was er al sinds 2007 voor vrachtwagens, maar vanaf 1 mei 2015 mogen ook geen oudere personen- en bestelwagens op diesel meer binnen de milieuzone komen. Op naar een schone en gezonde binnenstad.

Techniek

De handhaving voor de milieuzone vracht, bestel en personenauto’s zal plaats vinden met vaste verkeerscamera’s op strategische plekken in de stad, de scanauto en door BOA’s. De camera’s lezen het kenteken van de auto’s in de milieuzone en controleren of de auto daar mag komen. Dit alles gebeurt middels ANPR. De eerste maanden van dit jaar werden er waarschuwingen uitgedeeld voor bezitters van oude diesels, maar vanaf 1 mei vallen dus bekeuringen in de bus.

Niet vlekkeloos

De introductie van het systeem is niet vlekkeloos verlopen. Momenteel is het ook nog maar de vraag in hoeverre de uitgedeelde boetes uiteindelijk stand zullen houden. Peter Staal van de automobielclub KNAC:

“We weten uit Duitsland dat milieuzones niet werken. Rapporten die we daarover hebben overhandigd aan de gemeente zijn terzijde geschoven, omdat ze niet zouden gelden voor Utrecht. Stel dat je in een oude diesel het bord ziet dat je niet verder mag, wat moet je dan? Als je stopt, houd je het verkeer op. En rijd je door, dan krijg je een boete.”

Daarnaast zijn er sceptische geluiden te horen over het uiteindelijke effect en of andere, vriendelijkere, maatregelen niet dezelfde resultaten zouden kunnen hebben geboekt. De gemeente Utrecht heeft op haar website een flink aantal van dit soort vragen beantwoord.

 

Privacy?

Rondom het gebruik van ANPR woedt al geruime tijd een discussie met betrekking tot privacy. Gemeente Utrecht geeft op de website aan dat:

De camera’s lezen het kenteken van de auto’s in de milieuzone en controleren of de auto daar mag komen. De camera’s bewegen niet en maken alleen beelden van het kenteken en de auto.

Of, en zo ja voor hoe lang en voor welke redenen de kentekeninformatie wordt opgeslagen is niet bekend, maar verschillende privacy-organisaties zitten bovenop het dossier. In het verlengde van dit onderwerp is dit artikel over de richtlijnen van de politie en deze reportage van EenVandaag erg interessant.

De milieuzone en de manier waarop deze wordt gehandhaafd kan niet bij iedereen op steun rekenen, maar de gemeente Utrecht laat zien dat ze zeker niet stil staan en serieuze stappen durven te nemen om te werken aan een schonere lucht en een gezonde binnenstad!

Stadsgesprekken energie, hoe staat het ermee?

Al eerder kon je lezen over het Utrechtse initiatief om met een grote groep burgers actief het gesprek aan te gaan over hoe de gemeente in de toekomst met energie om zou springen. Inmiddels zijn er twee van zulke stadsgesprekken geweest. Op 28 maart vond het tweede gesprek plaats, waarbij voortbouwend op het eerste gesprek de deelnemers spraken over het omzetten van dromen naar daden.

Onderstaande tekst is geschreven door Rolf de Vos en verscheen ook op Utrecht.nl

 

Stadsgesprek energie II: van droom naar daad

En inderdaad, zoals was verwacht: de tweede aflevering van het Utrechtse stadsgesprek over energie vond iedereen wat lastiger dan de eerste. Toen ging het over dromen, nu over de daden. Toch ging afgelopen zaterdag bijna iedereen weer tevreden naar huis, voor het laatste restje weekend. Het eerste Utrechtse bewonersplan voor een klimaatneutraal Utrecht krijgt steeds vastere vorm.

Bijna alle deelnemers van het eerste stadsgesprek (op drie mensen na) waren zaterdag  naar het Stadskantoor gekomen. Die grote opkomst tekent de betrokkenheid van bijna 200 bewoners: iedereen voelt zich verantwoordelijk, iedereen wil meedenken. Nu stonden ze voor de klus om de droom over een klimaatneutraal Utrecht in te vullen met maatregelen.

’s Ochtend bogen de bewoners zich over de vraag: welke maatregelen moeten zeker worden uitgevoerd? En welke alleen als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan (ja, mits)? En welke maatregelen niet, tenzij er iets verandert? Aan de hand van twee verschillende lijsten van twintig maatregelen (die de inwoners de vorige keer al kozen bij hun ‘dromen’) zetten de Utrechters nu de volgende stap. Ze bespraken uiteenlopende zaken als zonneweides, isolatie van kantoren en huizen, aardwarmte, slim energiegebruik, windenergie en nog veel meer.

 

Nu waren alle maatregelen ook voorzien van de achtergrondinformatie: hoeveel levert het op, wat zijn de voor- en nadelen, hoe duur is het? De rondlopende experts kregen behoorlijk wat vragen, en hun antwoorden werden dankbaar aanvaard. Tegelijk maakte dat de discussie er niet bepaald eenvoudiger op. Een kinetische dansvloer in een wekelijks bomvol TivoliVredenburg blijkt bijvoorbeeld niet meer elektriciteit op te leveren dan voor een handjevol huishoudens. Jammer, weg mooie optie! “Dromen over een klimaatneutraal Utrecht is gemakkelijk,” zei een van de deelnemers. “Maar nu moeten we concreet worden. Al die maatregelen en al die consequenties, bijna niet te overzien!”

Verademing

Het werd een open discussie, met veel ruimte voor ideeën en een verademing voor iedereen die de gebruikelijke politieke debatten over energie wel eens volgt. Heeft u weleens de ene politicus tegen de andere horen zeggen: “Ik vind mijn eigen idee nog steeds het beste, maar in jouw standpunt zit ook wel iets.”

Opnieuw bleken de Utrechters te beschikken over een goed gevoel voor alle mogelijkheden. De maatregelen die zij zeker willen uitvoeren brengen Utrecht namelijk al bijna halverwege het klimaatneutrale doel. Veel ging over slim energiegebruik, dus over zaken die bewoners zélf kunnen oppakken. Ook bedrijven en energieleveranciers moeten hun deel doen, maar van afschuiven van verantwoordelijkheid bleek geen sprake. De Utrechter wil zelf aan de slag, liefst met ideeën die goed bij de stad passen. “Het zou fijn zijn als je voor een goed idee bij één loket terecht kunt,” aldus een paar deelnemers.

Wat maakt dit energieplan nu echt Utrechts? “Veel groen en ruim baan voor de  fiets.” Zo was er een slim plan voor energieprijzen die koplopers belonen met financieel voordeel en klaplopers met hoge kosten. Een zonneweide kan een mooie toeristische attractie worden als de hectares aan zonnepanelen een doolhof vormen. In mobiele vorm kan de zonneweide ook rondtrekken over lege bouwterreinen. Isolatie van huizen kan betaald worden uit een fonds dat zichzelf terugverdient met het geld dat bewoners besparen op hun energierekening.

Bestuurders

Maar er waren ook twijfels. “Wat ga ik zo meteen terugzien van onze ideeën? Hoeveel is al internationaal bepaald? Kan Utrecht die ambitie wel waarmaken?” Als toetje van de dag kwam een aantal bestuurders van gemeente, energiebedrijven en woningcorporaties aan het woord. Zij waren verrast door de grote betrokkenheid en de ideeën van de inwoners. De bestuurders verschaften een doorkijkje naar de praktische bezwaren die tussen droom en daad staan, op weg naar het energieplan dat onderwerp is van het derde stadsgesprek. Sommige bewoners betreurden dat ze met hun ideeën niet langer terecht kunnen bij een ‘Gemeentelijk Energiebedrijf’. “Ik ben vóór samenwerking in wijken,” zei wethouder Lot van Hooijdonk. “Maar we moeten ons wel realiseren dat we de laatste vijftien jaar een andere kant zijn opgegaan.” “Ach,” luidde het verzet van de Utrechter verderop in de zaal. “We hebben de Catharijnesingel toch ook weer opengegooid?”

Dat geeft de burger weer moed. In het derde stadsgesprek, op 18 april, gaan de bewoners hun energieplan opstellen. Dat wordt nóg ingewikkelder. Maar nu de Utrechters al zo ver zijn gekomen, zou ik echt niet weten waarom dat laatste traject niet zou lukken.

Rolf de Vos

Stadsgesprekken energie

Het betrekken van burgers bij de ontwikkeling van de stad is ondertussen niet meer weg te denken. Gemeente Utrecht kiest er nu ook voor om samen met burgers een grootschalig plan voor de overgang naar duurzame energie te maken. 150 Utrechters gaan aan een energieplan werken. Via loting worden zij geselecteerd om met elkaar dit plan op te stellen.

Meer dan zonnepanelen

Utrecht wil voorbereid zijn op de toekomst. Hierbij hoort een andere energievoorziening in de stad: schoon en duurzaam. Dit kan zorgen voor ingrijpende veranderingen, bijvoorbeeld hoe huizen worden verwarmd of hoe het stadsbeeld eruit ziet met zonnepanelen. Daarom is het belangrijk dat er een energieplan komt voor de lange termijn, dat aansluit bij de wensen van bewoners. Zodoende wil het college de stad betrekken bij het maken van dit plan. Het plan maakt duidelijk in welke stappen de overgang naar duurzaam energiegebruik kan verlopen en wie daarbij betrokken moeten worden.

Deelnemers aan het stadsgesprek debatteren drie dagen over onder andere stadsverwarming, nieuwe windmolens en meer zonnepanelen. Zij bekijken samen welke maatregelen zij nodig vinden voor de stad voor de lange termijn. Dit wordt uitgewerkt in een energieplan voor de periode 2016 – 2030.

Publiek-privaat

Naast de 150 inwoners krijgen ook partijen die actief zijn in de energiemarkt de gelegenheid om hun ideeën te uiten. Hiervoor komt een open uitnodiging. Als u of uw organisatie een visie heeft die u wilt inbrengen, houdt u dan deze website in de gaten.

Na het stadsgesprek kijkt het Utrechtse stadsbestuur naar de voorgestelde maatregelen. De uitkomst van het stadsgesprek vormt de basis van hoe we in Utrecht verder gaan met energie besparen en opwekken.

Kijk voor meer informatie over lokale duurzame energie initiatieven op hieropgewekt.nl

Proeftuin voor slimme laadpalen in Lombok

Wethouder duurzaamheid Lot van Hooijdonk opende op 2 december een proeftuin voor slimme laadpalen. Deze laadpalen zijn zongestuurd kunnen elektrische auto’s in de Utrechtse wijk Lombok opladen met 100% zonnestroom. Het initiatief in Lombok vloeit voort uit het project ‘Smart Grid: rendement voor iedereen’ waarin bedrijven, kennisinstellingen en 200 huishoudens in Utrecht en Amersfoort nieuwe smartgriddiensten ontwikkelen.

De slimme laadpalen zijn in Utrecht ontwikkeld door LomboXnet in samenwerking met de partners General Electric en Schuuring. In de proeftuin Lombok worden uiteindelijk twintig slimme laadpalen langs de openbare weg geplaatst. Zongestuurd laden biedt volop kansen voor lokale energieprojecten: grote zonnedaken kunnen rendabel gemaakt worden door elektrische auto’s te laden op het moment dat de zon schijnt.

Slimme laadpaal

De zongestuurde laadpaal, de Smart Charge Point van General Electric, laadt elektrische auto’s op met de opbrengst van zonnepanelen van LomboXnet. Met medewerking van de gemeente Utrecht en het Christelijk Gymnasium Utrecht is de eerste laadpaal deze maand aangesloten op de zonnepanelen op het dak van de school. De laadpaal is daarmee de eerste zongestuurde openbare laadpaal in Nederland. Het grote aanbod van zonnestroom van de zonnepanelen gaat overdag direct de accu’s van de auto’s in, zodat deze ’s avonds minder stroom nodig hebben om op te laden. Dit beperkt investeringen in het elektriciteitsnet door netbeheerder Stedin.

De slimme laadpaal is een belangrijke bouwsteen voor een elektriciteitsnet waarin het opladen èn ontladen van elektrische auto’s is geoptimaliseerd. “Stedin wil met haar energienetten de ontwikkeling van duurzaam vervoer zo goed mogelijk faciliteren”, zegt Marko Kruithof, manager Duurzaamheid en Vernieuwing van Stedin. “Duurzaamheid vraagt echter wel om flinke aanpassingen van het energienet. Samen met partners zoals de gemeente Utrecht zoeken wij naar oplossingen die het beste aansluiten bij de energiebehoefte van onze klanten.”

Sensoren

Gebruikers kunnen via een mobiele applicatie zien hoe lang de auto nog geladen moet worden, en kiezen of ze wel of niet op basis van zonne-energie willen laden. Schuuring voorziet de slimme laadpalen later dit jaar van een aantal extra duurzame functionaliteiten en sensoren. De palen geven daarmee informatie over de onderhoudsstatus aan de beheerder en meten ook luchtkwaliteit, licht en geluid. Daarnaast herkent de paal nummerborden, waardoor het mogelijk is te controleren of er een elektrische auto geparkeerd staat. De data die de proeftuin genereert worden breed ter beschikking gesteld. Partijen die eveneens diensten ontwikkelen en sensoren willen inzetten op slimme laadpalen kunnen zich aanmelden bij LomboXnet via info@lomboxnet.nl.

Robin Berg van LomboXnet: “De toename van de productie van zonne-energie en de ontwikkeling van accu’s voor elektrische auto’s gaan snel. Overheden die integraal naar deze ontwikkelingen kijken kunnen doelstellingen op het gebied van schone lucht, stille mobiliteit, duurzame opwek van energie en economische stimulering realiseren. Door in de gemeente Utrecht zonnepanelen actief aan elektrische auto’s te koppelen kan Utrecht de elektrificatiehub van Nederland worden.”